Hoe bereid je een modelspoorbaan voor?
Een modelspoorbaan bouwen is heel leuk, maar wel een hele uitdaging. Het liefst wil je natuurlijk gelijk beginnen met bouwen, maar als je een modelbaan wilt maken, is een goede voorbereiding noodzakelijk. In dit blog zetten we de belangrijkste dingen om te bepalen voor je begint op een rij.
1. Welke schaal?
De belangrijkste keuze die je moet maken voor je begint is de schaal van je modelbaan. De schaal bepaalt hoe klein alles is. Elke schaal heeft voor- en nadelen. De keuze die je maakt is met name afhankelijk van je eigen voorkeur en van de ruimte die je beschikbaar hebt.
H0 (1:87) is de meest gebruikte schaal. In deze schaal is enorm veel materiaal te krijgen; ook veel Nederlandse treinen. De schaal biedt genoeg mogelijkheden voor details, zonder gigantisch veel ruimte in beslag te nemen. Voor wie ruimte echter beperkt is, is schaal N (1:160) een goed alternatief. Treinen in deze eveneens veelgebruikte schaal zijn veel kleiner dan in H0. Hierdoor kun je grotere spoorplannen maken met beperkte ruimte. Voor deze schaal is ook veel materiaal en scenery verkrijgbaar, maar minder dan voor H0.
Andere schalen die minder vaak voorkomen, maar waarvoor ook voldoende materiaal te vinden is, zijn de veel grotere schaal 1 (1:32) en zeer kleine schaal Z (1:220).
Lees meer in ons artikel over de verschillende modelspoor schalen
2. Welk tijdperk?
Als je een spoorbaan wilt maken die realistisch is, is het belangrijk om van te voren een tijdperk te bepalen. Uiteraard hoeft een spoorbaan niet realistisch te zijn, maar door treinen, wagons en scenery uit hetzelfde tijdperk te gebruiken past alles beter bij elkaar. Modelspoor tijdperken zijn I, II, III, IV, V en VI.
- Tijdperk I (1835-1925)
- Tijdperk II (1925-1945)
- Tijdperk III (1945-1970)
- Tijdperk IV (1970-1990)
- Tijdperk V (1990-2006)
- Tijdperk VI (2006-heden)
Lees meer over de verschillende tijdperk in ons artikel over modelspoor tijdperken
Welk tijdperk spreekt jou het meeste aan? Als je van te voren bepaalt in werk tijdperk te baan zich afspeelt, helpt dat enorm met het plannen van de baan. Bepaal daarbij ook in welk land je baan zich afspeelt. Hou daarbij wel rekening met welk materiaal verkrijgbaar is in de door jou gekozen schaal.
3. Welk soort rails?
De rails voor schalen 1 en Z wordt primair gemaakt door Märklin. Voor rails in schalen H0 en N heb je echter veel meer keuze. Rails is verkrijgbaar van meerdere merken en verschillende soorten. De belangrijkste vragen zijn:
Met of zonder bedding?
Rails is in schalen H0 en N verkrijgbaar met of zonder bedding. Rails zonder bedding is goedkoper, maar daarbij moet je nog wel zelf ballast aanbrengen. Dit geeft vaak een mooier eindresultaat, maar is wel veel meer werk. Je kunt rails ook met bedding kant-en-klaar kopen. Deze rails kun je op je ondergrond bevestigen en is direct rij-klaar.
2-rail of 3-rail?
In schaal H0 heb je nog een belangrijke keuze te maken. Ga je voor een 2-rail gelijkstroom systeem of kies je voor het 3-rail wisselstroomsysteem van Märklin? Beide systemen hebben voor- en nadelen, maar kunnen niet door elkaar gebruikt worden. Ook locomotieven gemaakt voor wisselstroom kunnen niet op gelijkstroom rails rijden en vice-versa.
4. Wat wordt je baanplan?
In een baanplan bepaal je voordat je gaat bouwen hoe je de rails wilt neerleggen in jouw baan. Zo ontdek je of jouw plannen wel passen in de ruimte die je hebt, maar ook kun je jouw ruimte optimaal benutten. Een baanplan kun je zelf maken, maar er zijn ook kant-en-klare baanplannen te vinden. Bijvoorbeeld op internet, maar ook in boeken.
Als je een baanplan zelf wilt maken kun je dit doen op papier met een tekensjabloon, maar er zijn ook enkele computerprogramma’s te koop waarmee je eenvoudig een baanplan kunt maken.
Het belangrijkste bij het kiezen of maken van een baanplan is om eerst te bepalen wat je precies wilt met je baan. Wil je veel ruimte voor landschapsbouw? Heb je liever een langzaam rijdende trein over een spoor met veel bochten of een hogesnelheidslijn? Of vind je goederentreinen leuk en bouw je een groot rangeerterrein?
5. Digitaal of analoog?
Tot slot is er nog een belangrijke keuze voor de besturing van je treinen en baan. Analoog of digitaal? Analoog is de traditionele manier van modelspoor. Met een trafo zet je spanning op de rails, de hoeveelheid spanning bepaalt hoe snel de trein rijdt. Digitale besturing heeft een constante spanning op de rails en stuurt digitale commando’s naar de locomotieven met instructies over hoe hard ze moeten rijden, of ze de lichten aan moeten hebben en meer.
Analoog is een stuk goedkoper, voor veel mensen makkelijker te begrijpen, maar niet noodzakelijk eenvoudiger. Als je één trein een rondje wilt laten rijden, dan kun je best overwegen om voor analoge besturing te kiezen. Als je meerdere treinen tegelijk wilt laten rijden of treinen met de computer wilt besturen, dat kun je het beste kiezen voor digitaal.
Advies nodig?
Als je verder advies nodig hebt, neem dan gerust contact met ons op. We helpen je graag een goede start te maken door samen met jou de juiste producten te kiezen uit onze catalogus.
All comments