39782 Marklin Stoomloc BR78.10 DB
- Artikelnummer
- 39782
- Schaal
- 1:87 H0
- Type
- Stoomlocomotief
- Maatschappij
- DB - Deutsche Bundesbahn
- Conditie
- Nieuw
- Verpakking
- Originele verpakking
Productdetails
- Artikelnummer
- 39782
- Schaal
- 1:87 H0
- Type
- Stoomlocomotief
- Maatschappij
- DB - Deutsche Bundesbahn
- Tijdperk
- III
- Land
- Duitsland
- Besturing
- Digitaal met sound
- Nem schacht
- Ja
- Conditie
- Nieuw
- Verpakking
- Originele verpakking
- Bedrijfsnummer
- 78 1002
Omschrijving
Stoomlocomotief 78 1002 van de Deutsche Bundesbahn (DB), type 2'C2'h2 met tweeassige korte tender 2T17. Versie met drielichtkoplampen in de toestand rond 1958.
Omgebouwd tot tenderlocomotief. Het voorbeeld is een symbool van de veranderingsgezindheid en het plezier in experimenteren van de toen nog jonge Bundesbahn. Theoretisch goed doordacht maar praktisch niet uitvoerbaar, bleven de twee experimentele locomotieven van de serie 78.10 de enige in hun soort.
Highlights
- Opengewerkte constructie in metaal.
- Veel gemonteerde details.
- Drielichts frontlicht.
- Machinistencabineverlichting digitaal schakelbaar.
- Flikkerend licht in de vuurkist digitaal schakelbaar.
- Stroomgeleidende koppeling aan de tender, digitaal schakelbaar.
- Rookgarnituur standaard ingebouwd, digitaal schakelbaar.
- Met digitale decoder mfx+ en uitgebreide bedrijfs- en geluidsfuncties.
- Bufferhoogte conform NEM
Uitgevoerd met digitale decoder mfx+ en uitgebreide geluidsfuncties. Geregelde hoogvermogenaandrijving met vliegwiel in de ketel. 3 aangedreven assen. Antislipwielen. Locomotief en tender grotendeels van metaal. Ingebouwde rookset in conventioneel bedrijf, digitaal schakelbaar. Met de rijrichting wisselend driepuntsfrontsein, in conventioneel bedrijf, digitaal schakelbaar. Flikkerend licht in de vuurkist digitaal schakelbaar. Bovendien is de machinistencabineverlichting digitaal schakelbaar. Verlichting met onderhoudsvrije ledlampjes. Stroomgeleidende koppeling aan de tender digitaal schakelbaar. Kleinst berijdbare boogradius 360 mm. Zuigerstangafschermingen, remslangen en schroefkoppelingen meegeleverd. Machinisten- en stokerfiguur worden standaard meegeleverd. Lengte over de buffers ca. 19,9 cm.
Eenmalige mhi uitgave.
Digitale functies:
Stoomlocomotief 78 1002 Begin jaren 50 gaf de nog jonge Bundesbahn hoge prioriteit aan de uitbreiding van het lokale en intercityverkeer, maar het bestand aan hiervoor geschikte tenderlocs was uiterst beperkt. Sleeptenderlocs waren er daarentegen voldoende en dus was het logisch om te bekijken of het grote bestand aan locomotieven uit serie 38.10-40 (Pruisische P 8) hiervoor geschikt zou kunnen zijn. Daarom probeerde de DB toentertijd om deze machine in een tenderloc om te bouwen, om het noodzakelijke keren op het eindstation te besparen. Op voorspraak van Prof. Mölbert in Hannover kreeg de firma Krauss-Maffei in 1951, samen met BZA München, de opdracht om de machines 38 2890 en 2919 met korte tenders uit te rusten. Ketel, aandrijving en onderstel bleven nagenoeg ongewijzigd. Alleen het voorste draaistel werd door de inbouw van een nieuwe draaitapbehuizing veranderd, om meer zijspeling te verkrijgen. Voorts werd een automatische terugstelvoorziening aangebracht. De nu aan alle zijden gesloten machinistencabine werd daarentegen compleet nieuw gebouwd op basis van een gelaste constructie. De nieuw ontwikkelde tweeassige korte tender werd met de loc verbonden via een sterke dissel, die met een op een Krauss-Helmholtz-onderstel gebaseerde terugstelvoorziening was uitgerust. De kolen konden worden aangevoerd door een cirkelvormige opening in de achterwand van de machinistencabine, die door een rubberen vouwmanchet naar de tender was afgedicht. De twee machines golden na de ombouw als tenderlocomotieven met wielstelcode 2’C2’ en kregen daarom de bedrijfsnummer 78 1001 (ex 38 2919) en 1002 (ex 38 2890). Ze werden goedgekeurd voor een topsnelheid van 100 km/h in beide rijrichtingen, maar bij achteruitrijden bleken snelheden boven 60 km/h al problematisch. Er werden niet meer machines omgebouwd, omdat deze investeringen vanwege de voortschrijdende structuurverandering niet meer lonend waren. Vanaf 1953 reden de twee machines eerst in het gebied van BD München, later werden ze in het gebied rondom het Bodenmeer ingezet. Beide locomotieven werden al in 1959 uitgerangeerd en in 1961 uit dienst genomen.